Jeugdvriendin Sjanny over Wies:
“Wies had een gouden hartje”
Nog vaak denkt Sjanny van der Linden uit Budel terug aan haar jeugdvriendin Marie-Louise Hensen. Sjanny: “Met verdriet om wat haar is overkomen. Maar ook met plezier. Marie-Louise en ik hadden veel overeenkomsten. We zijn beiden geboren in 1957, zij op 7 februari, ik op 8 december. We waren er allebei een van een twee-eiige tweeling. En ook hadden we allebei een oudere zus. Marie-Louise heeft vanaf het basisonderwijs bij mij en mijn zus op school gezeten. De laatste jaren bij ons in de klas. Ik was meteen dikke maatjes met Marie-Louise. Want zo werd ze in die tijd nog steeds genoemd. Pas later ging ik haar net als iedereen Wies noemen.
Wies was altijd in voor iets aparts. Als er een toneelstukje opgevoerd moest worden, staken wij tweetjes als eersten onze vinger op. Na school en in het weekend gingen we met zijn allen heel vaak naar het zwembad van Cranendonck, gelegen in de bossen tussen Budel, Soerendonk en Maarheeze. Allebei haalden we graag kattenkwaad uit, zoals jonge kinderen dat nou eenmaal doen. Geregeld fietsten we na het zwemmen naar de boomgaard met appels die achter het kasteeltje Cranendonck lag. We gingen daar dan appels plukken, zeg maar gewoon appels jatten! Als kleinste van het stel kreeg ik de opdracht onder de schrikkeldraad door te kruipen. Vervolgens moest ik in de boom klimmen, appels plukken en die dan over de sloot gooien. Zo gezegd, zo gedaan. Waar ik niet op gerekend had was een enorme zwerm wespen, die het blijkbaar niet zo eens waren met mijn actie. Ze staken me van onder tot boven helemaal lek. In de haast om weg te komen, bleef ik ook nog met mijn kleppers achter de draad hangen en viel pardoes in de sloot. Iedereen stond te lachen. Maar ik verrekte van de pijn. En die pijn heeft een hele week geduurd. Mijn hele lijf zat onder de wespensteken waardoor ik ook de rest van de week niet meer naar het zwembad kon. Je verdiende loon zeiden je ouders dan. Wies leefde echt met me mee.”
Al is het al 35 jaar geleden dat Wies overleed, Sjanny staat nog vaak stil bij haar jeugdvriendin. “Zeker. Zelf ben ik getrouwd, ik heb drie kinderen en ook drie kleinkinderen. Na heel veel jaren in de zorg mag ik eind dit jaar met pensioen. Maar ik kan niet stilzitten, dus blijf ik nog een aantal uren werken. Ik heb een mooi leven gehad. Als ik aan Wies denk, dan voel ik onrecht dat haar dat is afgenomen. Wies is nooit moeder mogen worden, terwijl ze dat heel graag had gewild. Wat ik ook onrechtvaardig vind, is dat veel mensen een mening over Wies hadden, zonder haar echt goed te kennen. Het gaat al snel over haar ruige kleding en haar grote mond. Maar neem van mij aan dat dat allemaal buitenkant was. Achter dat imago zat een ongelooflijk goed en sociaal mens. Voor mij een lieve vriendin, die goed kon luisteren en die altijd voor me opkwam. Ze wilde er zo graag bij horen, misschien dat ze daarom soms wat ruig voor de dag kwam. Maar voor mij hoorde ze er sowieso bij. Nog steeds!”
De dagen na de moord
Sjanny weet nog als de dag van gisteren dat ze het slechte nieuws hoorde. Sjanny: “We hadden destijds in Maarheeze een drukkerij aan huis. Mijn tante die bij ons aan het poetsen was vertelde het mij. Ze had even daarvoor op de radio gehoord dat Wies was gevonden. Vermoord en gedumpt! Je snapt het niet, het is niet te bevatten. Waarom moet iemand zo aan haar einde komen? Wat heeft ze mee moeten maken, wat is er aan voorafgegaan? Het deed mij heel veel pijn. Je snapt het niet. Je verwacht snel te horen wat er gebeurd is en wie het gedaan heeft. Maar de zaak werd helaas niet opgelost.”
Wat er die avond gebeurd is? Sjanny heeft echt geen idee. “Wie het ook gedaan heeft, ik denk niet dat de dader vooraf de intentie had om Wies te vermoorden. Het moet ergens tussen Wies en de moordenaar gruwelijk mis zijn gegaan. Bedenk wel dat Wies ook enorm sterk was en zich echt niet zomaar gewonnen zou geven. Ondanks dat het al zo lang geleden is, heb ik nog steeds hoop dat deze zaak ooit opgelost wordt. De tijd zal zorgen dat er eindelijk iemand een keer vertelt wat er gebeurd is. Het zal zoveel betekenen voor mij, en nog veel meer voor de familie van Wies. Maar ik denk ook aan de dader. Het is 35 jaar geleden, het kan een enorme opluchting zijn om een keer met de waarheid naar buiten te komen. Natuurlijk kan de dader zelf ook al dood en begraven zijn. Als iemand iets weet, kan dit ook het moment zijn om niet langer die dader te beschermen, maar nu eindelijk duidelijkheid te geven aan de familie van Wies.”