VROEG OF LAAT WORDT DE DADER GEPAKT!
Deel 3 : de kracht van internationale DNA-databanken.
Opnieuw spreken we met Els Leijs. Als dé familiedetective van Nederland zocht ze jarenlang, onder meer voor het programma Spoorloos en De Reis van je Genen, naar familieleden van mensen. Vorige keer gingen we in op de mogelijkheden van een DNA-verwantschapsonderzoek, zoals dat eerder in Nederland geholpen heeft de moordenaars te vinden van Nicky Verstappen, Marianne Vaatstra en Milica van Doorn.
Dit keer gaan we in op het gebruik van internationale genealogische databanken, door anderen ook wel commerciële databanken genoemd. We vertellen over een concrete pilot die op dit moment loopt in Noord-Limburg.
Wat zijn commerciële databanken?
Els: “Zelf spreek ik liever van internationale databanken. In 2018 is in de Verenigde Staten een nieuwe vorm van forensisch DNA-databankonderzoek geïntroduceerd: Investigative Genetic Genealogy. Hierbij maken opsporingsinstanties gebruik van private genealogische DNA-databanken. Dit zijn databanken waarin personen vrijwillig hun DNA-profiel laten opslaan om meer te weten te komen over hun afkomst en verwanten. Ze kunnen op die manier op zoek gaan naar hun (verre) verwanten.
De vijf grote genealogische DNA-databanken zijn gehuisvest in de Verenigde Staten. Ze bevatten in totaal zo’n 40 miljoen deelnemers. Mensen over de hele wereld kunnen hiervan gebruikmaken. Mensen kunnen zelf met een testkit wangslijm afnemen. Van dit wangslijm wordt een speciaal DNA-profiel gemaakt. Dit DNA-profiel is zeer geschikt om verwanten te vinden, zelfs heel verre verwanten. Dit gebeurt door het DNA-profiel van de deelnemer te vergelijken met dat van de andere deelnemers van de genealogische databank. Bij strafrechtelijk gebruik wordt alleen gebruik gemaakt van profielen van mensen die hiervoor toestemming hebben gegeven.
Een groot voordeel van deze databanken is dat je aan niemand hoeft te vragen DNA af te staan. Er wordt gebruik gemaakt van profielen van personen die zelf ervoor hebben gekozen hun profiel in de databank te laten opnemen. Dat is anders dan bij het gebruik van de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken; daarin bevinden zich de DNA-profielen van personen, die daarin als verdachte of als veroordeelde verplicht zijn opgenomen. Deze personen hebben geen keuze gehad en op grond van de wet kan van hun profielen gebruik worden gemaakt bij verwantschapsonderzoek. De DNA-profielen in genealogische databanken zijn bovendien veel informatiever. Er wordt veel meer informatie vastgelegd dan in de Nederlandse DNA-databank.
Nog een voordeel; er hoeft geen DNA-materiaal te worden opgestuurd. Het NFI heeft in samenwerking met een Nederlands laboratorium het SNP-DNA-profiel vervaardigd, dat geschikt is voor de vergelijking met de profielen in de genealogische DNA-databank. Een DNA-profiel is een soort van DNA-lettercode en alleen die code wordt geüpload in de databank. Na de zoekslag wordt dit SNA-DNA-profiel ook weer uit de genealogische DNA-databank verwijderd.”
Hoe werkt zo’n test?
Els: “Voor het testen is alleen wat spuug of wangslijm nodig als testmateriaal. Bij de ene test doe je een beetje spuug in een buisje. Bij de andere test borstel je wat wangslijm van de binnenkant van je wang, dat je met het borsteltje erbij in een buisje doet. Dan is er voldoende materiaal om de test uit te kunnen voeren. Zo’n test is online te bestellen.
Er zijn meerdere testen mogelijk. Ik ga in op drie vormen. Autosomaal DNA. Y-DNA. Mitochondriaal DNA.
Met een autosomaal DNA test worden jouw eigen chromosomen in kaart gebracht en opgenomen in een database. De uitslag kan worden vergeleken met alle andere mensen die al in die database zitten. Zo’n test kan je zomaar een paar achterneven en -nichten opleveren.
Een test van het Y-chromosoom is alleen beschikbaar voor mannen. Het Y-chromosoom wordt van vader op zoon doorgegeven en blijft vele generaties (vrijwel) ongewijzigd in de mannelijke lijn. Daardoor is het heel geschikt voor het onderzoek naar de dader van een levensdelict. Mannen geven aan hun zonen niet alleen het Y-chromosoom door, maar meestal ook de achternaam. Een Y-test kan daarom aangeven uit welke familie je stamt. Uit research en aanvullende autosomaal- of vaderschapstesten kan dan blijken wie de vader daadwerkelijk is.
Een derde test is die naar het mitochondriaal DNA dat van moeder op kind wordt doorgegeven. Het mitochondriaal DNA behoort niet tot de chromosomen, het is het ‘soepje’ waarin de chromosomen zich bevinden. Mitochondriaal DNA wordt vrijwel ongewijzigd doorgegeven van moeder op kind, dus zowel aan haar dochters als haar zonen. Alleen dochters geven het vervolgens weer door aan hun kinderen.”
Op dit moment loopt in Limburg een pilot. In de pers was daarover het volgende te lezen:
Het Openbaar Ministerie (OM), de politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zetten deze internationaal succesvol gebleken opsporingsmethode in om alsnog een doorbraak te forceren in twee vastgelopen onderzoeken. De Rechtbank Limburg heeft specifiek voor die twee cold casezaken toestemming gegeven voor het gebruik van genealogische DNA-databanken voor verwantschapsonderzoek. Doel van de pilot is inzicht te krijgen in de wijze waarop deze opsporingsmethode in de toekomst in Nederland kan worden ingezet en welke zaken hiervoor nog meer in aanmerking kunnen komen. Mogelijk volgen binnen deze pilot nog meer zaken. In dat perspectief is het interessant dat Budel en Weert grenzen aan het gebied waarin deze pilot loopt.
In de pilot maken OM en politie gebruik van twee commerciële Amerikaanse DNA-databases voor verwantschapsonderzoek. Het gaat om de databases GEDmatch en FamilyTreeDNA. Mensen van over de hele wereld kunnen hun DNA daarnaartoe sturen om bijvoorbeeld verwanten te vinden of hun geografische herkomst te achterhalen. Een relatief groot deel van de personen in deze databanken heeft een Noordwest-Europese herkomst. Daardoor zijn deze databanken ook goed bruikbaar voor Nederlandse strafzaken. De vergelijkingen vinden uitsluitend plaats met DNA-profielen van mensen die hiervoor expliciet vooraf toestemming hebben gegeven aan de databank. In de twee databases GEDmatch en FamilyTreeDNA is dit bij elkaar door bijna 1,8 miljoen mensen gedaan. De DNA-profielen worden eenmalig vergeleken met die van de deelnemers die daarvoor toestemming hebben gegeven. Als het OM melding krijgt van verwanten in de databanken, is die informatie enkel het startpunt van een op te stellen stamboom. Deze personen spelen verder geen rol in het strafrechtelijk onderzoek.
Om welke zaken gaat het?
De eerste zaak is een woningoverval met dodelijke afloop. Op 14 augustus 2004 werd het echtpaar Leukel uit Berg en Terblijt op brute wijze overvallen in hun huis. Een onbekende man ging hen te lijf met onder andere een zaag. Sjef Leukel (68) overleed ter plaatse aan zijn verwondingen. Zijn vrouw belandde in coma, waar ze na tien dagen uit ontwaakte. De zaak kreeg landelijke bekendheid als de ‘Heuvelmoord’. Ondanks uitgebreid onderzoek, een beloning voor de gouden tip en de aanwezigheid van veel dadersporen, is de identiteit van de dader tot nu toe onbekend gebleven.
De andere zaak betreft de identiteit van een onbekende overleden vrouw. Haar lichaam werd op 6 januari 2013 aangetroffen ter hoogte van de Pietersplas in Maastricht. Politie en OM gaan ervan uit dat de vrouw slachtoffer is geworden van een misdrijf. Ondanks uitvoerig onderzoek is de identiteit van de vrouw tot op heden niet bekend. Dit bemoeilijkt ook het strafrechtelijk onderzoek naar het misdrijf. Het verwantschapsonderzoek in genealogische DNA-databanken is de ultieme poging om haar identiteit te achterhalen.
In beide zaken hopen het OM en de politie in Limburg verwanten te vinden van het onbekende slachtoffer en de onbekende verdachte.
Els, zijn er al cold cases op deze manier opgelost?
Els: “Zeker, daar zijn heel mooie voorbeelden van. In de Verenigde Staten werd deze methode in 2018 voor het eerst toegepast. Het leidde al tot een doorbraak in ruim 1000 cold cases. Ook werd de opsporingsmethode met succes toegepast in Canada en Australië. In Zweden werd een dubbele moordzaak uit 2004 opgelost en in Noorwegen een moordzaak uit 1999. Een van de bekendste zaken in de Verenigde Staten is die van de 'Golden State Killer'. Notabene een ex-politieagent, Joseph James DeAngelo, vermoordde in de jaren 70 en 80 zeker dertien mensen. Ook pleegde hij tientallen verkrachtingen. De Amerikaanse autoriteiten kwamen hem in 2018 op het spoor nadat DNA, dat op een plaats delict werd gevonden, werd vergeleken met DNA uit genealogische databanken.”
Wat als er een match wordt gevonden?
Els: “Dan start de fase van stamboomonderzoek. Het onderzoek gebeurt op basis van beschikbare gegevens in openbare (veelal digitale) bronnen, zoals de burgerlijke stand, kerkregisters, emigratieregisters en overlijdensberichten. De personen die deel uitmaken van de opgemaakte stamboom, maar niet in beeld komen als mogelijk onbekend slachtoffer of verdachte, blijven verder buiten het onderzoek. Het stamboomonderzoek is enkel gericht op de namen van een mogelijke dader of overleden persoon. Alleen vergelijking met het DNA van de uit het onderzoek gekomen mogelijke verdachte of overleden persoon kan uiteindelijk bewijs opleveren.
Eerst wordt omhoog gekeken om de meest recente gemeenschappelijke voorouder(s) vast te stellen en daarna omlaag om afstammelingen in kaart te brengen. Uiteindelijk wil je zo dicht mogelijk uitkomen bij de onbekende persoon. Dat wordt gedaan op basis van historische bronnen met persoonsinformatie (registers, archieven en administraties). De bedoeling is met stamboomonderzoek uit te komen bij een beperkt aantal personen. Het verder richting geven, gaat op basis van wat bekend is over de onbekende persoon. Zoals demografische gegevens (geslacht, leeftijd, uiterlijk, woongebied, etc.) en tactische informatie. Wanneer uiteindelijk een persoon in beeld is, kan het NFI de identiteit bevestigen met regulier forensisch STR-DNA-onderzoek.
Bijvoorbeeld: bij de zaak van de Golden State Killer werd een nicht gevonden aan de kant van zijn moeder en een neef aan de kant van zijn vader. Door het uitbouwen van die stambomen, bleken ze bij elkaar te komen bij de ouders van DeAngelo. De hypothese was dat een zoon van dit echtpaar de dader moest zijn. Dit is als tip door de onderzoekers doorgegeven aan de politie, die vervolgens nader onderzoek naar hem hebben gedaan. Er wordt nooit iemand op basis van stamboomonderzoek rechtstreeks gearresteerd!
Sommige mensen vinden deze methode een inbreuk op privacy of te ver gaan als onderzoeksmethode. Maar als ik in de HEMA een glas heb gekocht op de dag dat er iemand is neergestoken, dan worden mijn vingerafdrukken ook verzameld en vergeleken, bijvoorbeeld met afdrukken op het gebruikte mes. Daar hoor je niet eens iets van, dit gebeurt achter de schermen met volledig behoud van privacy. Zo gaat het ook met DNA onderzoek, het is een hulpmiddel dat de politie in de juiste richting kan wijzen.
Heeft u zelf een DNA test gedaan en wilt u ook helpen cold cases op te lossen, upload uw DNA gegevens dan naar FamilytreeDNA en naar Gedmatch!”
NOOT VAN DE REDACTIE
Vroeg of laat zal DNA-onderzoek gaan leiden tot een match met het door het NFI vastgestelde DNA-daderprofiel. Het is een kwestie van tijd. Blijf met ons meedenken en blijf tips met ons delen. Tot 14 mei 2025 looft de Peter R. de Vries Foundation € 100.000 uit voor de gouden tip in deze cold case. Bekijk de voorwaarden op www.peterrdevries.nl .